Het LEARN 2 MOVE 2-3 onderzoek richt zich op 2-3 jarige kinderen met cerebrale parese. Het doel van het LEARN 2 MOVE 2-3 onderzoek was om de interventie voor kinderen (2-3 jaar) met CP te optimaliseren. Hiervoor onderzochten wij het effect en de werkingsmechanismen van een kindgerichte behandeling, een omgevingsgerichte behandeling en de reguliere behandeling.

Het onderzoek heeft plaats gevonden van september 2009 tot april 2014. In totaal hebben 68 kinderen en hun ouders deelgenomen aan het onderzoek vanuit 13 revalidatiecentra in Nederland. De opzet van het onderzoek was als volgt:

Deelnemers:

  • 74 kinderen vanuit revalidatiecentra in Nederland
  • Inclusie criteria
    • Diagnose cerebrale parese
    • GMFCS level I-IV
    • Revalidatie-indicatie (met minimaal ergotherapie of fysiotherapie)
    • Therapiefrequentie van minimaal 3 behandelsessies per maand
    • Leeftijd van 18 maanden t/m 47 maanden (2-3 jaar) ten tijde van de inclusie
  • Exclusie criteria
    • Geplande chirurgie of medische veranderingen die van invloed kunnen zijn op het motorisch functioneren
    • Gezinnen die niet in staat zijn om vragenlijsten of interviews in het Nederlands te beantwoorden  Ouders of therapeuten die aangeven niet in staat te zijn om zich aan het behandelplan te houden

Interventie:

In het LEARN 2 MOVE 2-3 onderzoek werden gedurende zes maanden, drie behandelvormen met elkaar vergeleken. Uitgangspunt van alle drie de behandelvormen was het stimuleren van de ontwikkeling van het kind. Hierbij  werd vanuit de hulpvraag van ouders worden gewerkt en kon er als dat nodig was gebruikt worden gemaakt van hulpmiddelen of voorzieningen.

Het accent in de drie vormen lag op:

  • Kindgericht: behandelvorm met het accent op het trainen van de (lichamelijke) mogelijkheden van het kind.
  • Omgevingsgericht: behandelvorm met het accent op het aanpassen van de taak of de omgeving van het kind.
  • Regulier: behandelvorm zoals kinderen die nu krijgen.

In de groepen veranderde er niets aan de hoeveelheid en de duur van de behandeling. Ook hielden kinderen dezelfde therapeut.

Onderzoek
Voor het onderzoek werden therapeuten geschoold in een van de drie behandelvormen. Er werd geloot in welke van de drie behandelgroepen kinderen kwamen. Het was van te voren dus niet bekend in welke groep  kinderen kwamen. Kinderen kregen de eerste zes maanden van het onderzoek de behandeling zoals geloot. Daarna kregen alle kinderen nog drie maanden de reguliere behandeling.

Meting 
Kinderen werden drie keer getest: aan het begin van het onderzoek, na zes maanden en na negen maanden. Tijdens deze test werd spelenderwijs de motoriek (liggen, zitten, staan en lopen) en de cognitie (denken en begrijpen) van het kind getest. Ook namen wij drie keer in een gesprek met ouders een vragenlijst door over het dagelijks functioneren van hun kind. Ouders vulden ook drie keer thuis een aantal vragenlijsten in over hun kind, het gezin en hun mening over de behandeling.

Resultaten

De resultaten van het onderzoek zijn opgeschreven in wetenschappelijke artikelen. De belangrijkste resultaten kunt u lezen in de factsheets op de website.