Wanneer de diagnose cerebrale parese bij kinderen gesteld is, zijn er in de kinderrevalidatie verschillende behandelvormen mogelijk. Deze behandelvormen zijn er op gericht om de kinderen zo goed mogelijk te laten functioneren. Het is echter nog niet wetenschappelijk onderzocht wat de beste behandelvorm is. Door behandelvormen te onderzoeken, kunnen we ontdekken welke behandelvorm het meest effectief is. Ook hopen wij te achterhalen waarom de ene behandelvorm beter werkt bij het ene kind en de andere behandelvorm beter werkt bij het andere kind.

Behandelvormen

In het LEARN 2 MOVE 2-3 onderzoek werden, gedurende zes maanden, drie behandelvormen met elkaar vergeleken. Uitgangspunt van alle drie de behandelvormen was het stimuleren van de ontwikkeling van het kind. Hierbij werd vanuit de hulpvraag van ouders worden gewerkt en kon er als dat nodig is gebruikt worden gemaakt van hulpmiddelen of voorzieningen.

Het accent in de drie vormen lag op:

  • Kindgericht: behandelvorm met het accent op het trainen van de (lichamelijke) mogelijkheden van het kind.
  • Omgevingsgericht: behandelvorm met het accent op het aanpassen van de taak of de omgeving van het kind.
  • Regulier: behandelvorm zoals kinderen die nu krijgen.

In de groepen veranderden er niets aan de hoeveelheid en de duur van de behandeling zoals kind. Ook hielden kinderen dezelfde therapeut.

Onderzoek

Voor het onderzoek werden therapeuten geschoold in een van de drie behandelvormen. Er werd geloot in welke van de drie behandelgroepen kinderen kwamen. Het was van te voren dus niet bekend in welke groep kinderen kwamen. Kinderen kregen de eerste zes maanden van het onderzoek de behandeling zoals geloot. Daarna kregen alle kinderen nog drie maanden de reguliere behandeling.

Meting

Kinderen werden drie keer getest: aan het begin van het onderzoek, na zes maanden en na negen maanden. Tijdens deze test werd spelenderwijs de motoriek (liggen, zitten, staan en lopen) en de cognitie (denken en begrijpen) van het kind getest. Ook namen wij drie keer in een gesprek met ouders een vragenlijst door over het dagelijks functioneren van hun kind. Ouders vulden ook drie keer thuis een aantal vragenlijsten in over hun kind, het gezin en hun mening over de behandeling. 

Deelname

68 Kinderen in de leeftijd van twee en drie jaar met cerebrale parese van 13 revalidatiecentra in Nederland hebben deelgenomen aan dit onderzoek. 

De inclusie van deelnemers voor LEARN 2 MOVE 2-3 onderzoek is afgerond. U kunt zich niet langer aanmelden voor deelname aan het onderzoek.