De kinderen in ons onderzoek zijn aan het begin tussen de 0 en 9 maanden oud. De behandelend arts heeft bij het kind ontwikkelingsproblemen geconstateerd. De kinderen krijgen de standaard fysiotherapiebehandeling of een nieuwe vorm van fysiotherapie. De totale behandeling met een van deze vormen van fysiotherapie duurt een jaar. Gedurende dit jaar volgen we de kinderen nauwkeurig. Dit gebeurt d.m.v. onderzoeken bij u thuis of in het UMCG en aan de hand van vragenlijsten en weekboekjes

Fysiotherapie

Alle kinderen in het onderzoek krijgen fysiotherapie. De ene groep kinderen krijgt de standaard - in Nederland algemeen geaccepteerde -  fysiotherapie en de andere groep de nieuwe vorm van fysiotherapie, COPCA (Coping with and Caring for infants with special needs - a family centred program). De frequentie van de fysiotherapie is een keer per week. Omdat de onderzoekers niet beïnvloed willen worden in hun oordeelvorming over het effect van beide therapieën, weten zij niet welke behandeling uw kind krijgt. Het is daarom van belang dat u hen dit ook niet vertelt.

Meetmomenten

Er zijn metingen aan het begin, na 3, na 6 maanden en een jaar na de start van de interventie en op de leeftijd van 21 maanden. De metingen om de ontwikkeling te volgen vinden bij u thuis en/of in het UMCG plaats. Daarnaast worden er video-opnames gemaakt van het spelen en in bad doen van uw kind bij u thuis. We willen door middel van alle verzamelde informatie een zo goed mogelijk beeld krijgen van de ontwikkeling van uw kind, de invloed van het hebben van een kind met ontwikkelingsproblemen op het gezin en de tevredenheid over de verleende zorg. We begrijpen dat dit erg veel voor u kan zijn, maar doen het om zo nauwkeurig mogelijk vast te kunnen leggen wat het effect is van de twee verschillende behandelmethodes.